Intern reglement

HOOFDSTUK 1. – Algemene bepalingen.

Art. 1. De bepalingen in dit intern reglement zijn aanvullend op de omschrijvingen in de statuten en gelden

voor alle leden, zowel de werkende als de toegetreden.

 

Art. 2. Wanneer verder in dit reglement gesproken wordt over de ‘kleine doelgroepen in de vereniging’ dan zijn daarmee bedoeld:
de fokrichting dressuur, het stamboek voor het Belgisch Tuigpaard, het stamboek voor de Belgische Rijpony, het stamboek Connemara pony België en het stamboek Dartmoor pony België,

of
de leden en de actieve leden met op hun naam paarden of pony’s die horen tot één van de hiervoor opgesomde categorieën.

 

HOOFDSTUK 2. – Leden en lidmaatschap.

Algemeen

Art. 3. Overeenkomstig het artikel 5 van de statuten heeft de vereniging werkende leden en toegetreden leden. Binnen de groep van de toegetreden leden worden de actieve en de niet-actieve onderscheiden. De werkende leden hebben het volledig lidmaatschap van de vereniging. De toegetreden leden mogen van de diensten van de vereniging gebruik maken. De actieve toegetreden leden hebben stemrecht bij de vijfjaarlijkse verkiezingen en op die manier bepalen ze mee de samenstelling van de bestuursorganen.

 

Art. 4. Voor de nieuwe leden, zowel de werkende als de toegetreden, is de aanneming door het bestuur noodzakelijk.

 

Art. 5. Leden hengstenhouder zijn zij die voldoen aan de voorwaarden om toegetreden lid te zijn en op wiens naam de dekboekbescheiden van een door BWP goedgekeurde dekhengst worden opgemaakt. Worden als dusdanig beschouwd: de zaakvoerder; de bestuurder; de directeur of de personen met welke betrekking ook in een vennootschap met BWP goedgekeurde dekhengsten en zij die op hetzelfde adres geregistreerd of woonachtig zijn.

 

Art. 6. Het niet bijwonen van drie opeenvolgende Algemene Vergaderingen zonder verontschuldiging, is aansluitend bij het hetgeen gesteld is in de statuten, een bijkomende reden voor automatisch ontslag als werkend lid (ontslag van rechtswege).

 

Art. 7. Enkel wie één of meerdere paarden of pony’s op naam heeft, uit één der afdelingen of klassen van de stamboeken die door de vereniging bijgehouden worden, kan actief toegetreden lid zijn.
Tot de groep van de niet-actieve toegetreden leden horen zij die het vastgestelde lidgeld betaalden maar geen paard of pony op naam hebben, geregistreerd of opgenomen in één van de afdelingen of klassen van de stamboeken die door de vereniging bijgehouden worden.

 

Art. 8. Het bedrag van het lidmaatschap wordt, behoudens beslissing van het bestuur, jaarlijks geïndexeerd. Aan de fokkers kan per dier, dat op hun naam in het stam-of veulenboek ingeschreven is, een inschrijvingsgeld opgelegd worden. Het bestuur kan tevens een bijzondere bijdrage vorderen van de hengstenhouders.

 

Art. 9. Behoudens andersluidende bepalingen worden de toegetreden leden geacht aangenomen te zijn wanneer hun bijdrage ontvangen werd. Het is mogelijk om de lidmaatschapsbijdrage te voldoen via domiciliëring.
Het lidmaatschap wordt vastgesteld door een lidkaart, afgeleverd door de vereniging.

 

Art. 10. Het lidmaatschap wordt aangegaan tot de opzegging ervan. Twee maanden voor het ingaan van de nieuwe lidmaatschapsperiode ontvangt het toegetreden lid een bericht van de automatische verlenging met erbij de te betalen bijdrage. Behoudens opzegging, via een eenvoudige berichtgeving ten laatste één maand voor het ingaan van de nieuwe lidmaatschapsperiode, verbindt het lid zich tot de verlenging van het lidmaatschap.

 

Art. 11. De toegetreden leden mogen aanspraak maken op alle diensten en begunstigingen die de vereniging hen biedt.
In het bijzonder mogen zij de registratie of opname vragen van hun paarden/pony’s die aan de voorwaarden voldoen, in de overeenkomende klasse of register en mogen zij deelnemen aan de door de vereniging georganiseerde keuringen, prijskampen en andere initiatieven voor paarden of pony’s. Dit zonder discriminatie, ook niet op grond van het land van herkomst van de paarden of pony's. Met het vragen van de registratie van een paard of pony (inschrijven bij de geboorte) verklaart de persoon die de registratie vraagt, dat de registratie niet bij een ander stamboek gedaan werd of zal gedaan worden.
Momenteel geldt het lidmaatschap voor het kalenderjaar. Het is ook mogelijk om de formule toe te passen waarin het lidmaatschap loopt voor een jaar dat start op het moment van betaling. In deze situatie zijn de ledenvoordelen verworven vanaf het moment dat het lidmaatschap betaald werd. Voordelen die gelden voor een periode, zoals het abonnement op EquiTime, gaan dan in op het moment van betaling van het lidmaatschap. Indien voor het betreffende voordeel een ander moment van start vastligt, geldt er geen recht met terugwerkende kracht.

 

Art. 12. Het bestuur van de gewesten kan het bestuur verzoeken om toegetreden leden, die handelen in strijd met de beslissingen van de vereniging of het belang van de fokkerij, uit te sluiten. Het toegetreden lid waarvan de uitsluiting gevraagd wordt, dient gehoord te worden vóór het nemen van de beslissing.

 

HOOFDSTUK 3. - De mandatarissen of afgevaardigden in de bestuursorganen.

Art. 13. Eenzelfde persoon kan maximum 2 periodes van 5 jaar na elkaar een mandaat opnemen in het

bestuur, in één van de stamboekcommissies of in de hengstenhouderscommissie.

 

Art. 14. Bij het vrijkomen van een mandaat tijdens de mandaatsperiode, stelt het mandaterende orgaan aan het bestuur een vervanger voor om het mandaat te voleindigen. De vervanging gaat in vanaf de goedkeuring door het bestuur. Het voleindigen van een overgenomen mandaat geldt niet als eerste mandaat van 5 jaar zoals bedoeld in de vorige zin.

 

Art. 15. Bij drie opeenvolgende afwezigheden zonder verwittiging op de vergadering van het bestuursorgaan waarvan de gemandateerde deel uitmaakt, kan het betreffende bestuur het mandaat intrekken en aan het bestuur een vervanger voorstellen om het mandaat te beëindigen.

 

Art. 16. Van mandatarissen of afgevaardigden wordt verwacht dat ze zich engageren en hun rol correct spelen. Voorzitters nemen het initiatief dat van hen verwacht mag worden. Het bestuur bewaakt actief het engagement van de gemandateerden. Bij onvoldoende functioneren, kan het mandaat stopgezet en een vervanger aangeduid worden.

 

HOOFDSTUK 4. - De werkingsniveaus en hun bestuursorganen.

De gewesten

Gebied en verdeling leden
Art. 17. Om de banden tussen de toegetreden leden nauwer te maken en het verenigingsleven bij de stamboekfokkers te bevorderen, worden de toegetreden leden over de rassen heen door het bestuur gegroepeerd in gewesten.

 

Art 18. Het bestuur bepaalt het werkgebied van de gewesten. De volledige opsomming is opgenomen in de bijlage aan dit reglement. Het bestuur beslist in overleg met de betrokken gewesten over alles wat de afbakening van het gebied voor de gewesten betreft: grensverschuivingen, splitsingen en fusies..... De gewesten kunnen dienaangaande voorstellen doen. Wat de indeling per gewest betreft kan het bestuur uitzonderingen voorzien.

 

Taak.
Art. 19. De gewesten zullen, in samenwerking en overleg met de vereniging, in hun werkgebied de fokkerij bevorderen van de rassen waarvan het stamboek door de vereniging bijgehouden wordt, de belangen behartigen van de toegetreden leden en het verenigingsleven stimuleren.
Daartoe zullen zij meer in het bijzonder in overleg met de vereniging o.m. de inrichting van de gewestelijke prijskampen en andere activiteiten in hun gebied verzorgen; studievergaderingen beleggen en lessen organiseren om de toegetreden leden meer kennis bij te brengen over de selectie en de stamboekwerking, het paard, zijn voeding en verzorging; de fokkerijproblemen bestuderen die eigen zijn aan het gewest; de ondersteuning organiseren van de provinciale en nationale activiteiten.
Zij hebben een rol bij de vijfjaarlijkse verkiezingen. Het gewestbestuur wordt door het gewest gevormd en ze zijn betrokken bij de samenstelling van de nationale bestuursorganen BWP

 

De vijfjaarlijkse vergadering met verkiezingen.
Art. 20. Om de vijf jaar worden alle leden uitgenodigd tot de vergadering met verkiezingen. De agenda van deze vergadering kan eveneens andere punten bevatten.
Tijdens het agendaonderdeel met de verkiezingen wordt het nieuwe gewestbestuur samengesteld. Dat bestaat uit tenminste 6 en maximum 15 leden. Bij de samenstelling van het bestuur moet gestreefd worden naar een correcte vertegenwoordiging van de leden van alle rassen waarvan de vereniging de stamboeken bijhoudt, van de leden die zich richten op de optie dressuur en van de hengstenhouders. Alle actieve toegetreden leden van het gewest kunnen zich kandidaat stellen voor het bestuur, ook de uittredende bestuursleden.
Om te komen tot de samenstelling van het bestuur worden in principe verkiezingen georganiseerd. Daarvan kan afgezien worden indien er minder kandidaten zijn dan in te vullen mandaten.

 

Art. 21. De leden worden tot de vergadering uitgenodigd door het bestuur. De bijeenroeping gebeurt via een eenvoudige uitnodiging. De uitnodiging bevat de agenda. De vergadering wordt tevens zoveel mogelijk aangekondigd via de communicatiemiddelen van BWP nationaal.

 

Art. 22. De uittredende voorzitter van het gewest zit de vijfjaarlijkse vergadering met de verkiezingen voor, of bij diens afwezigheid is dat het in leeftijd oudste bestuurslid. De voorzitter van de vergadering duidt de secretaris en twee stemopnemers aan.

 

Art. 23. Elk actief toegetreden en aanwezig lid heeft recht op één stem.

 

Art. 24. Van de vergadering worden er notulen gemaakt die worden ondertekend door de voorzitter, de secretaris en de leden, die zulks wensen. Een kopie ervan wordt overgemaakt aan het nationaal secretariaat.

 

De gewone ledenvergadering.
Art. 25. Naast de vijfjaarlijkse vergadering met de verkiezingen, kent de werking van het gewest de gewone ledenvergaderingen.
Het bestuur van het gewest kan aan de ledenvergadering slechts aangelegenheden ter beslissing voorleggen die de eigen werking van het gewest betreffen.

 

Bestuur.
Art. 26. Het bestuur staat aan het hoofd van het gewest.
Bij het openvallen van een mandaat mag het bestuur een plaatsvervanger benoemen.

 

Art. 27. Het bestuur kiest onder zijn leden een voorzitter. Dit is tevens de gemandateerde van het gewest in de algemene vergadering BWP en de eerste gemandateerde van het gewest in het provinciaal bestuur. Het bestuur kiest eveneens een secretaris en desgevallend een penningmeester die geen lid van het bestuur hoeven te zijn. Indien zij geen lid zijn van het bestuur hebben zij geen stemrecht.

 

Art. 28. Het bestuur duidt de vertegenwoordigers aan die, naast de gewestelijke voorzitter deel zullen uitmaken van het provinciaal bestuur. Voorafgaand aan het invullen van de mandaten van het gewest in het provinciaal bestuur, plegen de voorzitters van de gewesten van een provincie overleg om te komen tot een juiste afvaardiging van de diverse doelgroepen binnen de vereniging (merriehouders, vertegenwoordigers van de optie dressuur bij de paarden, hengstenhouders...)

 

Art. 29. Het bestuur komt bijeen op uitnodiging van de voorzitter of op aanvraag van tenminste drie bestuursleden.
De leden van het bestuur van de vereniging die in het gewest wonen, worden ambtshalve op de vergadering van het bestuur uitgenodigd. Een afgevaardigde van BWP nationaal kan steeds de vergaderingen bijwonen.

De voorzitter kan te allen tijde andere personen uitnodigen die voor het gewest nuttig kunnen zijn. Bedoelde personen en zij die ambtshalve uitgenodigd worden, hebben geen stemrecht.

 

Art. 30. Het bestuur stelt de agenda op van de vijfjaarlijkse vergadering met verkiezingen en van de ledenvergadering. Hiervan voert het de beslissingen uit. Het beheert de gelden van het gewest en geeft aan het bestuur rekenschap van de inkomsten en uitgaven. Het richt in overleg met de vereniging prijskampen en andere fokkerijactiviteiten in. Meer in het bijzonder zorgt het voor de voorbereiding en de financiering ervan.

 

Bijdrage.
Art. 31. Het gewest kan in overleg met het bestuur een aanvullende werkingsbijdrage vaststellen die direct aan de eigen werking ten goede komt.

 

Financiële controle.
Art. 32. De vereniging heeft te allen tijde het recht door haar afgevaardigde de kas en de boekhouding van het gewest na te zien.

 

Het provinciale bestuur

Art. 33. Voor de coördinatie van de werking tussen de verschillende gewesten, het stimuleren van het verenigingsleven, de provinciale activiteiten en de betrokkenheid van de provincie bij de nationale activiteiten, is er het provinciaal bestuur. Het provinciaal bestuur heeft de bevoegdheid om bemiddelend op te treden bij gebeurlijke geschillen inzake de gebiedsafbakening tussen de gewesten en het geeft hierover advies aan het bestuur.

Bij de lokale en provinciale overheden kan opgetreden worden als vertegenwoordiger voor de toekenning van toelagen, premies, steungelden en dergelijke.
Binnen het provinciaal bestuur wordt vastgelegd welk gewest zal instaan voor de activiteiten en de werking voor de rassen waarvoor het provinciale niveau het laagste is waarop ze functioneren.

Met betrekking tot de samenstelling van de bestuursorganen, mandateert het provinciaal bestuur één van haar leden naar het bestuur. Dit hoeft niet de voorzitter te zijn. Daarnaast doet het provinciaal bestuur aan het bestuur de voordracht van de kandidaat, of kandidaten, voor het mandaat dat de provincie heeft in de stamboekcommissie springpaard, in de stamboekcommissie dressuurpaard en in de stamboekcommissie pony’s. Het is mogelijk om kandidaten voor te dragen die geen lid zijn van het provinciaal bestuur. Het provinciaal bestuur zal bij het selecteren van de kandidaat, of kandidaten, uitgaan van de criteria competentie en specialisatie.

 

Art. 34. In Vlaanderen komt de gebiedsomschrijving van de BWP provincie overeen met de administratieve provincies. Wallonië in zijn geheel wordt beschouwd als één BWP provincie.

 

Art. 35. Het Provinciaal Bestuur BWP telt maximum 15 leden. Het wordt tijdens de vijfjaarlijkse verkiezingen opnieuw samengesteld. Daarvoor mandateert elk gewest, naast de gewestelijk voorzitter, een gelijk aantal afgevaardigden dat vastgelegd is door het uittredend provinciaal bestuur. Om te komen tot een goede vertegenwoordiging van de leden springpaardenfokkers en de leden fokkers binnen de kleine doelgroepen, is er voorafgaand aan de invulling van de mandaten een overleg tussen de voorzitters van de gewesten.

 

Art. 36. Het Provinciaal Bestuur kiest onder zijn leden een voorzitter. Het kan eveneens een secretaris en desgevallend een penningmeester aanduiden die geen lid van het bestuur hoeven te zijn. Indien zij geen lid zijn van het bestuur hebben zij geen stemrecht.

 

Het bestuur.

Art. 37. Tijdens de vijfjaarlijkse verkiezingen, mandateert elke provincie één afgevaardigde naar het bestuur. De voorzitters van de stamboekcommissie springpaard, de stamboekcommissie pony’s en de hengstenhouderscommissie zijn de andere gemandateerden voor het bestuur. In functie van de invulling van een portefeuille of het ontbreken van een bepaalde competentie kan, naast de 9 bovenstaande gemandateerden, één persoon gecoöpteerd worden. Na benoeming door de algemene vergadering vormen de gemandateerden en de eventueel ter coöptatie voorgedragen persoon het bestuur.

 

Art. 38. De gemandateerden van de provincies beslissen over de invulling van de mandaten van de merriehouders in de stamboekcommissies. Zij baseren zich daarbij op de lijst met voordrachten.

 

Art. 39. De leden van het Bestuur kiezen de voorzitter en eventueel een ondervoorzitter van BWP. De voorzitter moet komen uit één van de gemandateerden van de provincies. De voorzitter van BWP zit de vergaderingen van de raad van bestuur voor.

 

Art. 40. Het bestuur legt de beleidsdomeinen vast en verdeeld de verantwoordelijkheid ervoor onder de leden van het bestuur. Mogelijke beleidsdomeinen: fokkerijbeleid, marketing promotie en communicatie, financiën, werking van de vereniging, internationaal, nationale activiteiten, administratie en secretariaat, ....

 

Art. 41. De bevoegdheid van het bestuur is statutair vastgelegd. Volgende opsomming geeft de concrete accenten in de werking:

  • De aanpak van werkpunten per beleidsdomein (vereniging, promotie, marketing, selectie..) dient te gebeuren aan de hand van een meerjarenplan (5 jaar, ....) opgedeeld in fasen met te realiseren deelaspecten.

  • Er is bijzondere aandacht voor de realisatie van de beleidsplannen, het bewaken van het fokkerijbeleid en het bewaken van het budget.

  • Toezicht houden op de werking van de commissies en werkgroepen.

  • Toezicht houden op de werking van het secretariaat met de aanstelling – ontslag van de secretaris

    en medewerkers.

  • Het bestuur is het enige bestuursorgaan dat BWP formeel extern kan vertegenwoordigen, en

    overeenkomsten met een bindend karakter en impact op de vereniging kan aangaan met externe

    partijen.

  • De aanduiding van de externe mandaten (confederatie, WBFSH, ...) gebeurt door het bestuur onder

    de leden van het bestuur.

  • Nemen van de beslissingen inzake de activiteiten, marketing en aansluitende zaken.

De Algemene Vergadering.

Art. 42. De Algemene Vergadering bestaat uit alle werkende leden. Verwijzend naar artikel 6 van de statuten, daarin de aanduiding 4 en daar de derde markering, zijn het volgende bij de periodieke verkiezingen aangeduide personen die door het bestuur aanvaard kunnen worden als werkend lid:

  • de verkozen gewestvoorzitters,
  • de provinciale voorzitters die geen gewestvoorzitter zijn;
  • de gemandateerden naar het bestuur die geen gewestvoorzitter zijn;
  • de gemandateerde door de kleine doelgroepen waarvoor er nog geen werkend lid is.

Art. 43. Een werkend lid kan zich bij volmacht laten vertegenwoordigen door een ander werkend lid.

 

Art. 44. Voor zijn manier van werken hanteert de algemene vergadering de conferentieformule. De thema’s worden inhoudelijk besproken en het is daarbij mogelijk om gastsprekers, deskundigen uit te nodigen. De algemene vergadering vervult de formele rol zoals die voor vzw’s omschreven is.

 

Art. 45. De algemene vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van BWP of bij diens ontstentenis, in deze volgorde, door de ondervoorzitter of door het oudste aanwezige lid.

 

HOOFDSTUK 5. – Commissies en werkgroepen.

Algemeen

Art. 46. Het bestuur kan commissies en werkgroepen aanstellen om deelaspecten van de werking te behandelen.
Voor de werking van de Belgische Rijpony heeft de Stamboekcommissie pony’s de mogelijkheid om werkgroepen op te richten op elk gewenst niveau en met een organisatorische, beleidsgerichte of projectgerichte opdracht alsook met een combinatie van deze opdrachten. De voorstellen of besluiten van de werkgroep(en) zijn adviezen aan de Stamboekcommissie pony’s. Deze commissie legt de voorstellen waarmee ze akkoord is ter beslissing voor aan het bestuur van BWP.

 

Art. 47. De vast aangestelde commissies worden samengesteld tijdens de vijfjaarlijkse verkiezingen.

 

Art. 48. Voor de aanpak van de besliste werkpunten maakt elke commissie tijdens haar installatie een 5- jarenplan, dat opgedeeld wordt in fasen met te realiseren deelaspecten.

 

De stamboekcommissie springpaard

Art. 49. De stamboekcommissie springpaard is samengesteld uit:

  • 1 gemandateerde van de merriehouders per provincie
  • vertegenwoordiger van de volledige groep hengstenhouders.

De secretariaatsmedewerker die verantwoordelijk is voor het fokkerijbeleid maakt er vast deel van uit, evenwel zonder stemrecht. In functie van de agenda, kunnen de voorzitter van de hengstenjury of de dierenarts van het stamboek uitgenodigd worden om de vergadering te volgen.

 

Art. 50. De stamboekcommissie springpaard kiest onder zijn leden een voorzitter die daarmee de gemandateerde wordt in het bestuur.

 

Art. 51. De stamboekcommissie duidt zijn afgevaardigde aan in de hengstenhouderscommissie.

 

Art. 52. De stamboekcommissie springpaard staat in voor het foktechnisch beleid voor de fokrichting springen van het stamboek van het Belgisch Warmbloedpaard. In functie van de kwaliteitsverbetering en gezondheid, worden de selectiecriteria –en systemen steeds verder uitgebouwd; worden juryleden gerekruteerd, ondersteund en opgeleid; wordt het wetenschappelijk onderzoek opgevolgd om de resultaten ervan in te passen in de werking.

 

Art. 53. Het mandaat van de stamboekcommissie springpaard is ruim. Ze bepaalt het foktechnisch beleid vanuit een lange termijnperspectief dat voorgelegd is aan het bestuur en erdoor werd goedgekeurd. Het bestuur bewaakt wel de consistentie met het brede verenigingsbeleid en de beleidsuitvoering en het functioneren van de stamboekcommissie.

 

De stamboekcommissie dressuurpaard

Art. 54. De stamboekcommissie dressuurpaard is samengesteld uit:

  • 1 gemandateerde van de merriehouders per provincie
  • de voorzitter van de stamboekcommissie springpaard
  •  vertegenwoordiger van de volledige groep hengstenhouders.

De secretariaatsmedewerker die verantwoordelijk is voor het fokkerijbeleid maakt er vast deel van uit, evenwel zonder stemrecht. In functie van de agenda, kunnen de voorzitter van de hengstenjury of de dierenarts van het stamboek uitgenodigd worden om de vergadering te volgen.

 

Art. 55. De stamboekcommissie dressuurpaard kiest onder zijn leden een voorzitter.

 

Art. 56. De stamboekcommissie dressuurpaard staat in voor het foktechnisch beleid voor de fokrichting dressuur van het stamboek van het Belgisch Warmbloedpaard. In functie van de kwaliteitsverbetering en gezondheid, worden de selectiecriteria –en systemen steeds verder uitgebouwd; worden juryleden gerekruteerd, ondersteund en opgeleid; wordt het wetenschappelijk onderzoek opgevolgd om de resultaten ervan in te passen in de werking.

 

Art. 57. Het mandaat van de stamboekcommissie dressuurpaard is ruim. Ze bepaalt het foktechnisch beleid vanuit een lange termijnperspectief dat voorgelegd is aan het bestuur en erdoor werd goedgekeurd. Het bestuur bewaakt wel de consistentie met het brede verenigingsbeleid en de beleidsuitvoering en het functioneren van de stamboekcommissie.

 

De stamboekcommissie pony’s

Art. 58. De stamboekcommissie pony’s is samengesteld uit:

  • 1 gemandateerde van de merriehouders van het stamboek van de Belgische rijpony per provincie
  • 1 vertegenwoordiger van de volledige groep hengstenhouders BRp,
  • de gemandateerde door de actieve leden met Connemarapony’s,
  • de gemandateerde door de actieve leden met Dartmoorpony’s.

De secretariaatsmedewerker die verantwoordelijk is voor het fokkerijbeleid maakt er vast deel van uit, evenwel zonder stemrecht. In functie van de agenda, kunnen de voorzitter van de hengstenjury van de ponyrassen of de dierenarts van het stamboek uitgenodigd worden om de vergadering te volgen.

 

Art. 59. De stamboekcommissie pony’s kiest onder zijn leden een voorzitter die daarmee de gemandateerde wordt in het bestuur.

 

Art. 60. De stamboekcommissie pony’s staat in voor het foktechnisch beleid voor de ponyrassen waarvan de stamboeken bijgehouden worden de vereniging. In functie van de kwaliteitsverbetering, worden de selectiecriteria –en systemen steeds verder uitgebouwd; worden juryleden gerekruteerd, ondersteund en opgeleid; wordt het wetenschappelijk onderzoek opgevolgd om de resultaten ervan in te passen in de werking.

 

Art. 61. Het mandaat van de ponycommissie is ruim. Ze bepaalt het foktechnisch beleid vanuit een lange termijnperspectief dat voorgelegd is aan het bestuur en erdoor werd goedgekeurd.
Het bestuur bewaakt wel de consistentie met het brede verenigingsbeleid en de beleidsuitvoering en het functioneren van de stamboekcommissie.

 

De hengstenhouderscommissie

Art. 62. De hengstenhouderscommissie is samengesteld uit 2 gemandateerde hengstenhouders per provincie, aangeduid door de hengstenhouders, en 1 door de stamboekcommissie springpaarden gemandateerde merriehouder. De secretariaatsmedewerker die verantwoordelijk is voor het fokkerijbeleid maakt er vast deel van uit, evenwel zonder stemrecht. In functie van de agenda, kunnen de voorzitter van de hengstenjury of de dierenarts van het stamboek uitgenodigd worden om de vergadering te volgen.

 

Art. 63. De hengstenhouderscommissie kiest onder zijn leden een voorzitter die daarmee de gemandateerde wordt in het bestuur.

 

Art. 64. De hengstenhouderscommissie vormt de uitgangspunten van de hengstenhouders bij het foktechnisch beleid voor de rassen, en de eventueel erin onderscheiden fokrichtingen, waarvan de stamboeken bijgehouden worden door de vereniging. Ze volgt hetgeen er, in functie van de kwaliteitsverbetering en gezondheid, uitgebouwd wordt aan selectiecriteria- en systemen; de rekrutering, ondersteuning en opleiding van de juryleden en het wetenschappelijk onderzoek waaraan deelgenomen wordt. Via hun vertegenwoordigers in de andere bestuursorganen brengen de hengstenhouders hun standpunten naar voor.

 

De hengstenhouderscommissie BRp

Art. 65 De hengstenhouderscommissie van de Belgische Rijpony is samengesteld uit de hengstenhouders die een ponyhengst bij BRp geregistreerd hebben. De voorzitter van de stamboekcommissie pony’s maakt er vast deel van uit, evenwel zonder stemrecht. In functie van de agenda, kunnen de voorzitter van de ponyhengstenjury of de dierenarts van het stamboek uitgenodigd worden om de vergadering te volgen.

 

Art. 66 De hengstenhouderscommissie van de Belgische Rijpony kiest onder zijn leden een voorzitter die daarmee de gemandateerd wordt in de nationale ponycommissie BRp.

 

Art. 67 De hengstenhouderscommissie van de Belgische Rijpony behartigt de belangen van de hengstenhouders BRp en is de rechtstreekse spreekbuis naar de nationale ponycommissie en via deze weg naar het bestuur.

 

HOOFDSTUK 6. – Juryleden en de hengstenkeuringscommissies.

Art. 68. Leden van de stamboekcommissies kunnen geen deel uitmaken van de

hengstenkeuringscommissies/hengstenjury.

 

Art. 69. De hengstenkeuringscommissies hebben de opdracht om het jurybeleid uit te voeren, zoals dat vastgelegd is door de bevoegde bestuursorganen of commissies.

 

Download het reglement